Kruipruimte

Water of vocht in de kruipruimte: is dat erg?

Onder veel huizen zit een kruipruimte. Dit is een ruimte onder de begane grondvloer van ongeveer een halve meter tot een meter diep. Meestal lopen er leidingen door de kruipruimte, bijvoorbeeld van de riolering, van drinkwater of van de cv.

In de kruipruimte kan water komen te staan. Dit water kan grondwater zijn, maar dat hoeft niet. Het kan bijvoorbeeld ook water zijn uit lekke leidingen in de kruipruimte. Hierbij kunt u denken aan lekke cv-leidingen, een lekke regenwaterafvoer of lekke drinkwaterleidingen. Ook kan het zijn dat er regenwater via ventilatieroosters in de kruipruimte kan stromen.

Wanneer er water in de kruipruimte staat, hoeft dat niet persé ernstig te zijn. Bij huizen die na 1992 zijn gebouwd is de vloer geïsoleerd en van beton, en dus water- en dampdicht. Vochtige lucht uit de kruipruimte kan dus niet door de vloer heen komen naar de begane grond. Het water of vocht komt dus niet verder dan uw kruipruimte. Wat in dit geval wel vervelend is, is dat door water en vocht in de kruipruimte metalen leidingen in de loop der jaren kunnen worden aangetast.

Water in de kruipruimte bij huizen met houten constructievloeren is wel zorgelijk. Vanuit de kruipruimte kunt u zien wat voor een vloer u heeft: beton of hout. Het vocht in de kruipruimte tast de vloer aan. Ook kan er waterdamp door de vloer heen stromen naar de begane grond. Hierdoor wordt de luchtvochtigheid op de begane grond hoger en kan er vochtoverlast ontstaan. Over vochtoverlast op de begane grond kunt u hier meer lezen.

Welke maatregelen kunnen helpen?

Bij het zoeken naar een oplossing is het heel belangrijk dat u er eerst achter komt welk soort water het is in uw kruipruimte. Pas als u zeker weet dat het grondwater is, kunt u de volgende maatregelen overwegen:

Bodemafsluiter in de kruipruimte

U brengt een laag aan op de bodem van de kruipruimte. Deze laag houdt het vocht tegen. U kunt hierbij kiezen uit verschillende materialen, zoals onder andere polystyreen opvulmateriaal (zoals isolatieparels), versterkt folie, schuimbeton of schelpen.

Drainage langs de woning

Drainageleidingen zijn buizen met gaatjes, die onder de grond worden aangelegd. De drainage voert het te veel aan grondwater af en loost het op bijvoorbeeld het oppervlaktewater of de gemeentelijke riolering. De drainage wordt aan beide zijden van de woning aangelegd, zo dicht mogelijk langs de gevels. Met de aanleg van drainage verlaagt u de grondwaterstand. Dat levert een bijdrage aan de aanpak, maar lost bestaande vochtproblemen vaak niet helemaal op. Daarvoor zijn bouwkundige maatregelen nodig, bijvoorbeeld het aanbrengen van een waterkerende laag in de gefundeerde muren. Die maatregelen zorgen ervoor dat het vochttransport in uw huis geblokkeerd wordt.

De ventilatie te verbeteren

Door ventilatie-openingen van de kruipruimte vrij en schoon te houden, benut u de bestaande mogelijkheden in uw huis nog beter. U kunt overwegen om extra ventilatieopeningen aan te brengen. Een vuistregel hierbij kan zijn om vier goed werkende ventilatieroosters aan de voorzijde en vier aan de achterzijde van de woning te hebben. Het verbeteren van de ventilatie is over het algemeen geen oplossing op zichzelf. Het ondersteunt het effect van andere maatregelen, zoals drainage of een bodemafsluiter.

Welke maatregelen precies effectief zijn, kan van woning tot woning verschillen. U kunt zich hier het beste over laten adviseren door een deskundige. Kijk ook bij stappenplan.

Wat moet u vooral niet doen?

Wanneer u drainage aanlegt, let dan op dat u de grondwaterstand niet te ver verlaagt. Wanneer u in een gebied woont, waar klei- en veen in de bodem zit, zal de grond meer gaan samendrukken en zakken als het grondwater te laag zit. Dit kan schade aan uw huis veroorzaken. Als uw huis, of die van de buren op houten palen is gefundeerd, is het belangrijk om de grondwaterstand niet dieper dan het funderingshout te verlagen. Anders kan het funderingshout gaan rotten, wat ook weer schade aan uw huis kan veroorzaken. In het bouwarchief van de gemeente kunt u nagaan welk soort fundering uw huis heeft. Als richtlijn kunt u aanhouden: verlaag de grondwaterstand niet meer dan 90 cm onder de begane grondvloer.

Wanneer u kiest voor een bodemafsluiter van versterkt folie, dan moet deze tot boven de hoogste waterstand worden aangebracht. Bij de toepassing van folie of schuimbeton moet u zeker weten dat er geen ander water de kruipruimte in kan lopen. U maakt de kruipruimtebodem namelijk waterdicht, waardoor water niet meer via de bodem weg kan stromen.